Zelf behangen als een prof
Wil je graag zelf gaan behangen, dan helpen we je graag op weg!
Hieronder leggen we in enkele duidelijke stappen uit hoe je te werk gaat.
Klaar? Deel een foto via facebook en inspireer anderen!
Gereedschappen
- Behangtafel
Best een stevige tafel, lang genoeg zodat de banen volledig plat liggen, dus ongeveer 3 meter. - Schaar
Een scherpe papierschaar met een fijne punt. - Breekmes
Best de brede versie, deze is stabieler zodat je er meer druk kan opzetten. - Spatel
Trapeziumvormig en van een pvc soort die niet breekt en niet te gemakkelijk beschadigd wordt bij het insnijden. - Snijlat
Metalen lat van ongeveer 60 cm, roestvrij en met handgreep zodat deze zo min mogelijk verschuift.
- Schietlood
Normaal behanglood met ongeveer 3 à 4 meter koord (de koord moet fijn zijn) - Smetkoord
In een trommeltje met pigmentpoeder en een koord +/- 10 à 15 m lang. - Emmers
3 stuks: 1 met lijm in gebruik, 1 met schoon warm water om alles af te wassen, en 1 om nieuwe lijm bij aan te maken. - Lijmkwast of rol
- Schroevendraaier
voor schakelaars en stopcontacten los te maken. - Vouwmeter en potlood
- Spons
Stap 1: voorbereiden van de ondergrond
Haal de stopcontacten van de muur en plaats het middenste stuk terug, op deze manier zijn de contacten beschermd tegen je schaar, breekmes en de lijm.
Verwijder alle resten papier, zelfs de kleinste snippers. Papier slorpt water op, wat er voor zorgt dat eventueel achtergebleven snippers opzwellen en dit geeft oneffenheden in het behang.
De resten papier kan je het best verwijderen met behulp van warm water gemengd met wat behangafweekmiddel.
Alle muren moeten zuiver, glad en stofvrij zijn. Eventuele putten en gaten moeten bijgeplamuurd worden, oneffenheden zoals restjes plamuur en bulten moeten weggewerkt worden.
Wanneer alle muren voorbereid zijn kan je beginnen het snijden van de panden.
Stap 2: snijden van de panden
Bij het snijden van de panden zijn er 2 zaken van belang: de breedte van het behang en het eventuele patroon. De breedte bepaald het aantal benodigde banen en het patroon bepaald de manier van snijden.
De makkelijkste manier om het aantal panden te tellen is door de kamer rond te gaan met een rol behangpapier. Tel hierbij alle panden, ook degene onder en boven ramen/deuren.
Eenmaal je weet hoeveel panden je nodig hebt kan je beginnen snijden, rekening houdend met het patroon.
Stap 3: inlijmen van de panden
Vliesbehang inlijmen
Voor het plaatsen van vliesbehang worden de muren met een roller ingelijmd. Niet met een borstel omdat dit te lang duurt en de lijm bovenaan al te droog zal zijn vooraleer we de ganse strook ingesmeerd hebben. Tegen het plafond en de plinten gebruiken we een borstel.
Breng de lijm voldoende dik aan op de breedte van het pand plus 10cm van het volgende pand.
Voor vliesbehang is geen inweektijd vereist dus de panden kunnen onmiddellijk en zonder samenvouwen geplaatst worden.
Er bestaan vliessoorten die een aparte behandeling vereisen zoals bvb. het bevochtigen van de panden alvorens ze in de natte lijm te plaatsen. Lees daarom steeds de gebruiksaanwijzing.
Papier-/of vinylbehang inlijmen
Voor het plaatsen van papier-/of vinylbehang word eerst het papier ingelijmd. Sommige papiersoorten moeten een bepaalde tijd inweken, hierbij kan je best alle panden al inlijmen, ze samen vouwen en even laten inweken. Voor de correctie inweektijden lees je best eerst de gebruiksaanwijzing.
Stap 4: plaatsen van behang
Het belangrijkste bij het plaatsen van behang is dat het behang loodrecht of waterpas hangt.
Hiervoor trekken we best een loodlijn na elke hoek waarna we nog meer dan 1 pand moeten hangen.
Het eerste pand hangen we naast de loodlijn, daarna kunnen de andere panden gewoon naast elkaar geplakt worden.
Nadat het eerste pand tegen de muur gehangen is gaan we dit aanstrijken. We strijken zoveel mogelijk op en neer en zo weinig mogelijk van links naar rechts om het behang niet uit te rekken. Voor vliesbehang is dit laatste heel belangrijk, vlies zal zich altijd terugtrekken tot zijn oorspronkelijke breedte en dus zal de naad open komen.
We zorgen er nu voor dat alle lucht onder de baan verdwenen is. Blazen die later in onze panden komen zullen bij het drogen ook weer vanzelf verdwijnen.
Voor de volgende panden gaan we hetzelfde te werk: we plaatsen eerst de randen tegen elkaar om dan pas het volledige pand aan te strijken.
Als het pand tegen de muur hangt kan je de overbodige stukken tegen het plafond en aan de plinten afsnijden met behulp van een spatel en een breekmes. Voor het snijden van het papier kan je best telkens een stuk van het breekmes afbreken zodat je elke keer met een goed scherp mes kan snijden. Het papier kan namelijk scheuren wanneer we dit met een onscherp mes gaan afsnijden.
Aan het einde van onze muur meten we hoe breed het laatste pand nog moet zijn en snijden deze op voorhand af met ongeveer 1cm reserve.
Hang het pand en snijd het restant in de hoek af met behulp van het spateltje en je breekmes.
Indien er nu meerdere banen volgen trekken we een loodlijn op dezelfde afstand als het overschot van de afgeknipte baan. Controleer de afstand tot de hoek. Als het restant smaller is dan 20 cm hangen we eerst de volgende baan en plakken daar de strook tegenaan. Het papier hangt nu enkele mm voorbij de hoek en dit snijden we ook af met de spatel.
Voor een buitenhoek snijden we ons pand af zodat het±2cm voorbij de hoek hangt. We overlappen met het volgende pand en snijden met een lat de 2 panden dubbel door. Verwijder de 2 afgesneden stroken en verzorg de naad.
Wanneer een ganse muur behangen is wassen we het plafond en de plinten af. Als er te veel lijm op de naden hangt dan was je best de ganse muur af.